Boosheid op de afdeling

Wat is het?

Op een afdeling tijdens een opname gzz kunnen er veel dagen zijn dat personen erg prikkelbaar zijn, zeer kort lontje hebben. Er hoeft weinig te gebeuren en het slaat om naar boosheid. Het kan ook zijn dat de persoon de ene minuut nog lacht en de volgende minuut zeer boos. Dagen tijdens een opname zijn erg wisselt en lijkt het rustig kan het zo omslaan, het kan ook dagen muisstil zijn.

Omdat het zoveel invloed heeft op een groep, kan het voor andere zorgen dat het minder goed gaat op een dag, bijvoorbeeld als het in de ochtend begint voor een gehele dag. De persoon kan er lang last van houden als het zelf ook een slechte of mindere dag heeft, het is dan dubbel op.

De groep is vaak heel divers, met diverse problematiek, in leeftijd, in achtergrond, verloop ziekte of problematiek. Vaak hebben personen weinig tot geen geduld voor dingen, er zijn veel korte lontjes, hierdoor hoeft er maar weinig te gebeuren voor iemand boosheid uit. Vaak heeft de boosheid tijdens een opname te maken met dingen die in de zorg niet goed gaan, de hulp die niet is geboden, de dingen die fout zijn gegaan.

Een behandelaar luistert vaak niet naar een persoon, hierdoor moet een persoon het pad volgen van de behandelaar, ook al deze niet juist handelt. Wanneer dit word aangegeven en de persoon bij het punt blijft, word het een strijd tussen persoon en behandelaar. Hierdoor is de kans groot dat elk gesprek en dagen erna boosheid word geuit, om het duidelijk te maken dat het anders is, om het te laten begrijpen.

Herkennen

Omdat het allemaal personen zijn met hun eigen problematiek, kan het vaak voorkomen dat het word geuit, ook op tijden dat het niet uitkomt voor u. De ene persoon is na even uit kuren weer rustig de ander houd het langer vol. Voor een persoon op de afdeling kan dit zorgen voor veel problematiek bij de anderen.

Woedeaanval, schreeuwen, schelden, smijten deuren, gooien met spullen, vernielen. Er zijn vele manieren hoe iemand reageert op een trigger, dit kan van alles zijn geuren, geluiden of woorden, voor elk persoon zijn dit andere. Het schreeuwen of een zware huilbui kan voelbaar zijn tot op het bot. Tot dat het stopt is het moeilijk los te laten, anders te denken, pas als het stopt kan een persoon weer verder en het loslaten.

Na de zoveelste …. op een dag …. roept het van alles op, vaak gaan de eerste 2 deuren nog wel, maar na een aantal meer word het steeds moeilijker om rustig te blijven, het maakt van alles los. Voor een persoon kan het hierdoor erg moeilijk zijn om grip of een balans te houden in de eigen signalen en gedachten. Een persoon die hooggevoelig is zoals PTSS of autisme heeft hier veel sneller last van.

Drukte op de afdeling, behandelaren, maatschappelijk werk, huishouding, begeleiders, 20 mede cliënten + soms bezoek, op een kleine ruimte, kan zorgen voor meer spanning op de afdeling, ook begeleiders werken zeer verschillend bij de ene is de groep rustig en bij de ander voelt u een spanningsveld, dit heeft zeer veel invloed op de andere personen.

Omdat er vaak weinig te doen is gaan personen veel nadenken, overdenken, malen, hierdoor lopen signalen veel makkelijker en sneller op. Personen hebben vaak alleen 1 gesprek per week met behandelaar, zelden therapie. Hierdoor word er in de langdurige zorg weinig gewerkt aan herstel en vooruitgang. Dit zorgt ervoor dat een persoon geen stappen kan zetten, dit kan een persoon zwaar frustreren.

behandelen

Een bui van een persoon heeft veel impact op de rest van de groep en op het personeel. Vaak word er niet of onvoldoende gereageerd op de persoon en geprobeerd met de persoon te praten en rust te geven. Een persoon met mentale problematiek word niet zomaar boos, het heeft vaak diverse oorzaken, waaronder het hulp aanbod en de manier van werken.

In hoe verre kunt u de rust bewaren als een ander persoon een bui heeft? Hoe lang zou u het volhouden? Hoe snel zou het u triggeren en als het al naar dag … is ? Wat zou u directe actie zijn? Hoe gaat u de rust weer vinden? Wat is hier voor nodig? Heeft u dingen in huis om direct te kunnen starten?

Hoe vaker het voorkomt op de afdeling hoe moeilijker het word om een balans aan te brengen en te houden en hoe hoger de signalen oplopen tot buien. Het is belangrijk dat u een actieplan heeft om direct te kunnen handelen en te weten wat u rust geeft op die momenten, op een afdeling komen deze namelijk vaker voor dan thuis.

Na een bui en het uiten van de persoon, komt u de persoon nog steeds tegen op de afdeling, hoe gaat u hiermee om? Het ligt eraan wat er is gezegd, maar het kan voor u ineens een andere kijk geven op een persoon, het kan ervoor zorgen dat u liever geen contact heeft. Wanneer een persoon gaat schreeuwen is dat voor u een grens of ligt de grens bij wanneer een persoon gaat gooien of pas wanneer het in gevecht gaat? In ggz is het belangrijk om uw eigen grenzen te hebben in het contact, in wat u wel en niet toestaan en uw hieraan te houden.

gevolgen

Boosheid heeft invloed op een persoon, het moet eerst geaccepteerd worden voor een persoon het los kan laten. Een persoon moet wennen aan buien van andere en met de regelmaat dat het terug kan komen. het wennen het normaal gaan vinden is averechts hoe het word gezien in de samenleving, u moet iets normaal vinden wat niet normaal is, om zelf de rust te behouden.

Invloed op andere, doorgeven/aansteken/kettingreactie. Het gedrag van een persoon kan zeer veel invloed hebben op de rest van de groep, zeker wanneer dit in boosheid goed te horen is. Bij andere kan het veel gedachten oproepen of zeer veel stress geven, waardoor een persoon meer kan gaan piekeren en zo ook een bui krijgt. Binnen korte tijd zijn er meerdere personen met hoge signalen.

Door niet gehoord te worden, niet verder komen in hulp, geen kansen herstel/vooruitgang is het voor een persoon een opstapeling aan dingen die niet lopen. Wanneer een persoon het probeert te bespreken krijgt de persoon geen gehoor, het word niet uitgesproken, het komt tussen het contact in te staan, het zorgt voor een negatief effect op een behandelaar of begeleider, een persoon heeft dan een veel korter lontje voor de persoon.

De boosheid kan om slaan in woede, deze kan zich richten tegen de begeleiders of behandelaren of door het vernielen of gooien van spullen. Het voelt meer vertrouwd en veilig op de afdeling. De persoon heeft sneller ruzie met andere waardoor deze personen ook vaker er bij betrokken kunnen zijn.

De boosheid kan zo heftig worden dat een persoon met meerdere begeleiders naar de iso word gebracht, dit gaat er vaak niet zacht aan toe, hierdoor kan een persoon dat moment als traumatisch ervaren en het nog heel lang herinneren in beelden en als gedachten. Het kan zijn dat een persoon hier meer last van heeft als het een trauma heeft of hooggevoelig is.

plan

Is er iemand met een bui? Ga uit de buurt van de persoon, probeer het te negeren, ga naar een andere plek, denk als eerste aan uw eigen veiligheid en gezondheid. Zo krijgt u het minste mee van de situatie en houd u het voor uzelf het rustigst. Ga totaal wat anders doen en zoek afleiding. Zijn er te veel gedachten maak deze dan bespreekbaar aan de hand van een voorbeeld uit de situatie wat de trigger voor u was.

Bedenk u een plan wat u gaat doen als de situatie zich voor doet, het erover denken zorgt voor een snelle actie als het gebeurt. Bijvoorbeeld u gaat direct na u kamer en wacht af, of u gaat naar buiten boodschappen doen of een stuk fietsen. Bedenk mogelijkheden om meer rust te vinden.

Probeer meer controle te houden door het doen van rek en strek oefeningen die zorgen dat de spanning van de spieren gaat, let goed op uw ademhaling en doe een ademhalingsoefening. Trek u niet te veel aan van de ander in een bui en denk aan uw eigen gezondheid en ga weer verder waarmee u bezig was. Maak een signalerinsplan om u te helpen.

Is er met regelmaat wat aan de hand op de afdeling, plan meer dingen buiten de afdeling, kijk in de omgeving voor een rustig plek waar u kunt zitten, ook wanneer het regent. Maak zoveel mogelijk gebruik van de vrijheden die u heeft, hoe meer momenten u buiten de afdeling heeft hoe meer rust u kunt vinden om de drukte, boosheid aan te kunnen.

Schrijf over de dingen die bezig houden, over de vragen die de gebeurtenis hebben op geroepen, maak de vragen bespreekbaar met een begeleider of met de behandelaar, dit kan namelijk veel zeggen over uw eigen problematiek, bijvoorbeeld bij een trauma wat nog niet is verwerkt.

Lees in het positief dagboek de dingen die u heeft behaald, die voor u goed gaan, die u stappen vooruit hebben laten zetten, u kunt het om er door heen te komen en het aan te pakken. Volg uw eigen plan en ga zo door.