Wat is het

Dissociatie is de overlevingsstand van het lichaam bijvoorbeeld extreme stress, de gedachten, emoties, waarnemingen of herinneringen die u buiten uw bewustzijn waarneemt. Het beleven van het moment komt niet overeen met het hier en nu. Door het hebben van een herbeleving is de persoon in het moment van toen. Door in die gedachten te zijn en te blijven hangen is er weinig tot geen tijdbesef. Wanneer de persoon hieruit komt kan het enkele uren later zijn. Een persoon kan zich meestal naar de herbeleving niks meer herinneringen van het moment dat het erin zat, dit deel word niet opgeslagen in het geheugen.

Herkennen

Dissociatie is een verstoring of onderbreking in de normale integratie van bewustzijn, geheugen, emotie, perceptie, lichaamsbeleving, motorische controle en gedrag. Mensen kunnen het gevoel hebben dat ze ‘los’ van zichzelf of de omgeving raken. Gedachten, gevoelens of het lichaam lijken niet van hen te zijn; de tijd lijkt veel sneller of langzamer te gaan; gebeurtenissen of belevenissen worden vergeten; iemand kan stemmen horen of het gevoel hebben uit meerdere persoonlijkheidstoestanden te bestaan.

De persoon is zich op het moment niet bewust dat het dissociatie heeft. De persoon moet eerst “wakker” worden en het beseffen voor het er iets aan kan veranderen. Hierdoor kan het heel lang aanhouden. De bejegening : respect; openheid/transparantie; eerlijkheid; empathie; aandacht; geduld; begrip; echt luisteren/goed luisteren; gelijkwaardigheid: patiënt en behandelaar zoeken samen naar mogelijkheden; veilig leren voelen; vertrouwen kunnen geven; serieus nemen.

Personen met PTSS en dissociatie hebben meestal een geschiedenis van verwaarlozing en herhaald geweld. Dagdromen of een herbeleving/flashbacks bij PTSS kunnen zorgen dat een persoon meer in het verleden is dan het hier en nu. Hoe meer een persoon in het verleden is hoe groter de kans op dissociatie. Het uitvoeren van taken zonder er echt over na te denken De persoon overleeft een dag, dit gaat vaak op de automatische piloot in een vaste structuur.

Het horen van stemmen kan zijn dat het de stemmen zijn uit de herbeleving van de personen van het trauma. De persoon is geheel in gedachten en het is net echt en hierdoor kan een persoon heftig reageren. Desoriëntatie: het niet weten waar u bent, bijvoorbeeld bij wakker schikken nachtmerrie. Een nachtmerrie of herbeleving is zo echt als het toen gebeurde hierdoor heeft een persoon het gevoel van daar te zijn, wanneer het minder word kan het zeer verwarrend zijn voor de persoon.

Een idee ik ga dit doen en als u start bent u vergeten wat u ging doen. Een persoon an meer gaan vergeten omdat de concentratie vaak achteruit gaat waardoor er minder word opgeslagen en een persoon minder van een gesprek kan onthouden. Geheugenverlies, geen tijdsbesef, geen (emotionele) pijn voelen, het gevoel hebben buiten uw lichaam te zijn, het gevoel hebben te zweven. Een persoon is meer in het verleden waardoor dingen die in het hier en nu gebeuren meer langs de persoon heen gaan.

De persoon heeft vaak weinig zelfvertrouwen door de beschadiging van het trauma. Hierdoor kan het voor de persoon lastig zijn om hulp te vragen of het uit te leggen. het is belangrijk dat hulp hierop is gericht om de persoon erover te laten vertellen en het bespreekbaar te maken. Het is belangrijk het regelmatig te evalueren om het plan te verbeteren en om meer inzicht te krijgen in de problematiek. Het geeft de persoon motivatie om door te gaan en het probleem uit te leggen. Stel zoveel mogelijk open vragen waardoor een persoon meer verteld.

Oplopende of opstapelende triggers kunnen zorgen voor buien in combinatie met herbelevingen waardoor een persoon in dissociatie kan komen. Aanpassing van het leven om er niet over te hoeven denken. Door dit te proberen probeert een persoon in het hier en nu te blijven, vaak is het geen oplossing die lang werkt. Dissociatie kan veroorzaakt worden door genetische factoren, trauma’s, psychische stoornissen en stress. Een persoon voelt zich op het moment niet veilig.

Gevolgen

Voor een persoon is het op het moment lastig of onmogelijk zich juiste verwoorden of te uiten. Hierdoor kan het zijn dat een persoon gaat stotteren of niks kan zeggen. Een persoon probeert het maar de dissociatie zorgt ervoor dat het niet lukt. In een dissociatie is er geen rust voor de persoon. Het kan vaak voorkomen in een week dat een persoon er last van heeft. Het is niet mogelijk het zelfstandig en alleen op te lossen. De dissociatie kan ervoor zorgen dat een persoon steeds minder rust ervaart op een dag en steeds meer moeite heeft bij te komen van de dag of van gebeurtenissen.

Wanneer een persoon er niet over wilt praten kan dit verschillende redenen hebben. Een persoon schaamt zich ervoor, het gebeurt nog steeds, de persoon is een verbod opgelegd, of personen kunnen zich er niks van herinneren. Voor herstellen van dissociatie is nodig: herstel van identiteit, zelfbeeld, zelfvertrouwen, sociale relaties en sociale rollen die als gevolg van psychische problemen aangetast zijn, en niet alleen naar vermindering van signalen van PTSS.

Een persoon kan zeer snel schikken als u de persoon aanraakt, de persoon kan van schrik een arm beweging maken. De schrik komt doordat de persoon niet in het hier en nu is, door aanraking kan het voelen als de persoon van toen met de nare gebeurtenis. Praat rustig tegen de persoon, wees geduldig, houd afstand en raak de persoon zo min mogelijk aan. Blijf positief en motiveer de persoon om iets te drinken of te eten, dit helpt vaak sneller om uit de dissociatie te komen.

Door een combinatie van dissociatie en aangeleerde hulpeloosheid zien personen vaak de signalen van gevaar niet goed. Of ze kunnen zich niet losmaken uit relaties waarin zij – nog steeds of opnieuw – misbruikt of mishandeld worden. Overprikkeling veroorzaakt dissociatie. Hoe meer een persoon getriggerd is op een dag hoe meer kans een persoon heeft. Niet elke overprikkeling zorgt ervoor maar in combinatie met andere signalen is de kans zeer groot. De persoon blijft te lang hangen in gedachten en herbelevingen waardoor het de tijd vergeet en niet toe komt aan een goede dag structuur. De persoon kan er niet door functioneren en de dag gaat voorbij zonder dat de persoon iets kan doen. Werken is vaak niet mogelijk.

Het beïnvloed het dagelijks leven en kan oplopen tot een stoornis. Hierdoor lopen signalen als stress hoog op, wat gevolgen kan hebben voor de nachtrust. Een persoon kan meer piekeren en maal gedachten hebben en minder slapen of meer herbelevingen en nachtmerries.

Bij dissociatie kan het zijn dat een persoon zo in het verleden is, of zoveel stress ervaart dat een persoon een brok in de keel heeft. Als het iets gaat eten of drinken kan de persoon het niet door slikken en moet het uitspugen een persoon kan zich verslikken. Een persoon slaapt vaak minder de gebeurtenissen op die te maken hebben met dissociatie. De situatie van dissociatie is vaak op het moment heftig maar daarna als de persoon is bij gekomen, weet een persoon vaak alleen delen zoals bij een gewone droom.

Door dissociatie krijgt een persoon veel stress of angst waardoor de persoon veel spanning ervaart. Dit voelt aan als stromingen door het lichaam en met veel druk. Hierdoor kan een persoon snel last krijgen van lichamelijke klachten. Maak zoveel mogelijk een afspraak voor u komt, een persoon kan schikken en een bui krijgen, of kan niet tegen onverwachts en krijgt hierdoor veel stress. Voor naasten is het vaak erg lastig wanneer een persoon dissociatie heeft. Een naasten heeft hier vaak geen ervaring mee, het is belangrijk om uw zorgen te bespreken en te kijken op welke manier u het beter kunt gaan begrijpen.

Praat niet met iedereen over de persoon en de problematiek, de persoon verteld u dit in vertrouwen. Wanneer de persoon er achter komt kan het contact kapot gaan. Het kan helpen om erover te praten met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt zoals met lotgenoten of ervaringsdeskundige. Online of via sociaal media zijn er vele te vinden voor meer informatie of een gesprek. Spreek met een nickname van de persoon of mv dhr zonder naam.

Plan

Vraag de persoon altijd naar haar of zijn wensen en wat de persoon graag zou willen dat u voor hem of haar zou doen. Kijk naar de mogelijkheden die er zijn om dit mogelijk te maken. Maak duidelijke afspraken. Spreek de zaken uit als er dingen zijn voorgevallen die minder gepast zijn, doe dit zoveel mogelijk op een rustig moment wanneer de persoon in het hier en nu is en is bij gekomen. Laat het niet zitten, hiermee kropt u het op en krijgt uzelf mentale problematiek. Maak duidelijke afspraken over hoe u kunt helpen en wat de persoon van u mag en kan verwachten. Hierdoor komen er geen verwachtingen die niet nagekomen kunnen worden. Het geeft duidelijkheid wat meer gerust stelt.

Het moet veilig voelen voor de persoon, de omgeving moet oke zijn. Wees duidelijk in wat u zegt in korte duidelijke zinnen. Doe wat u zegt en komt het na. Maak geen valse belofte. Bied zoveel mogelijk een vaste structuur een ritme. Een persoon kan hierdoor weer meer in het hier en nu komen. Door elke keer hetzelfde te reageren kan het een erkenning worden van de persoon, waardoor het eerder stappen kan zetten.

Het is belangrijk om haalbare doelen te stellen voor een week. Deze uit te proberen en te evalueren wat er goed ging, hierop een nieuw doel te maken voor de volgende week en zo steeds in kleine stappen vooruit te komen of er meer grip op te krijgen. Werk met een positief dagboek met gehaalde momenten en dingen die goed gaan. Motiveer en stimuleer de persoon en maak complimenten over behaalde doelen en dingen die goed gaan. Motivatie is belangrijk om de moed erin te houden en om door te gaan voor de persoon. Vraag hierbij gericht naar de vooruitgang van de persoon.

Wat doet de dissociatie met de persoon? Wat zijn dingen waar de persoon het aan kan herkennen? Wat zijn de stappen ervoor die kunnen worden genomen? Het is belangrijk dat de persoon een duidelijk beeld heeft van wat het met hem/haar doet en wat hij/zij eraan kan doen. De punten kunnen worden meegenomen in het behandelplan. Voor de persoon is het belangrijk een dagboek bij te houden met de signalen die de persoon ervaart, wanneer deze opkomen, hoe lang ze aan houden en wat de persoon eraan heeft gedaan.

Het is belangrijk naast de PTSS gelijk vast te stellen of een persoon ook een dissociatie stoornis heeft. Door dit gelijk vast te stellen kan een persoon gelijk leren hier beter mee om te gaan, door het niet vast te stellen kan een persoon veel leed ervaren. Spreek de persoon zoveel mogelijk in het hier en nu aan. Vraag de persoon naar datum en jaar. Vraag wat er op dit moment gebeurt niet waarom dingen nu zo gebeuren dit is niet relevant voor nu. Vragen om te beschrijven wat hij/zij ziet. De details, kleuren, vorm etc in de omgeving in het hier en nu. Als persoon kan praten stel makkelijke vragen om spraak/oriëntatie op gang te brengen.

Ben rustig aanwezig voor de persoon is het vaak al erg druk in het hoofd. Word niet boos, of overvraag de persoon niet. Gun het de tijd om bij te komen. Breng de persoon naar een veilig plek waar het kan bijkomen van het moment. Zorg voor vertrouwen steun en veiligheid. Probeer zoveel mogelijk de zintuigen te prikkelen door iets koud als een ice pack of iets scherps zo als een sleutelbos. Verminder zoveel mogelijk de prikkels door de omgeving prikkelarm te maken. Door bijvoorbeeld de gordijnen dicht en het licht uit. Hoe donkerder hoe meer de persoon bijkomt.

Het is belangrijk om te weten wat de oorzaak was van dissociatie, de oorzaak is belangrijk om het te kunnen aanpakken. Het voorkomen is vaak niet mogelijk. Het erkennen van bepaalde punten in het trauma wat trauma gedachten oproept waardoor dissociatie mogelijk is, is belangrijk om te kunnen om dissociatie te voorkomen.

Het is belangrijk om een crisis noodplan op te stellen voor het geval het hoog oploopt. Door het maken van het plan op een rustig moment kan er goed over worden gedacht welke stappen er gezet moeten worden worden om het te voorkomen. Het maken van een crisis signaleringsplan kan door een behandelaar. Hierdoor kunnen andere beter begrijpen in welke fase u bent. Dit kan ook aan de hand van wind storm tornado en orkaan.

Welke dingen kan de persoon doen om meer in het hier en nu te blijven? Bijvoorbeeld creatief bezig zijn of wandelen, het doen van vrijwilligerswerk. Door actief bezig te zijn komt het vaak minder voor. De persoon blijft meer met gedachten in het hier en nu. Het is belangrijk een goede dagstructuur te hebben met vaste activiteiten die de persoon in het hier en nu houden.

Het is belangrijk om te starten met afleiding zoeken, het is belangrijk om ontspanning te vinden waardoor trauma gedachten minder op komen door het dagelijks oefenen van een ademhalingsoefening of door mindfullness en/of yoga. Hierdoor hebben de spieren meer rust en zijn gedachten meer rustig . Voor de persoon is het belangrijk om te leren vragen naar hulp en hoe deze vragen goed en duidelijk gesteld kunnen worden, hoe deze het best begrepen kunnen worden en hoe de persoon het kan uitleggen. Door een vast patroon van uitleg begrijpen persoon en behandelaar elkaar veel beter.

Praat met de persoon wat het voor de persoon bekend als het gebeurt, wat doet dit met de persoon? Wat vind de persoon prettig als u doen en wat niet? Veel personen houden niet van aanraken of dichtbij staat of zitten. Vraag erna voor een duidelijk beeld en voor geen extra trigger te zijn. Weet wat de triggers zijn van de persoon en hoe u kunt herkennen dat een persoon dissocieert . Probeer de trigger zoveel mogelijk te voorkomen. De persoon heeft kleine dingen waaraan u het kunt herkennen als u langer met de persoon omgaat.

Denk aan uzelf en zorg dat het goed gaat met u, word het u te veel geef dit aan, geef duidelijk uw grenzen aan om niet over belast te raken. Het helpen moeten niet ten koste gaan van uw gezondheid. Praat zoveel mogelijk positief en geef een positief gevoel. Accepteer als een persoon het er niet over wil hebben, het is erg gevoelig. Wanneer het te hoog oploopt geef aan dat u vertrekt en dat u later terug komt. Wees duidelijk dat u vertrek en luit het zo positief mogelijk af. Voor naasten zijn er vele plekken waar informatie over dissociatie en PTSS te vinden zijn of voor het gesprek met lotgenoten en ervaringsdeskundige. Door meer te weten hierover kunt u het beter begrijpen en gerichter hulp aanbieden.

Ga zoveel mogelijk met de persoon mee naar gesprekken en stel uw vragen hoe u beter met de persoon kunt om gaan of hoe u kunt om gaan met situatie, door samen te leren, krijgt u een sterke band en is het mogelijk om voor een deel te herstellen. Maak gebruik van de fase wind storm tornado en orkaan om elkaar beter te begrijpen in welke fase de persoon is. Hierdoor komt er een vaste vorm in en kunt u signalen eerder erkennen. Maak een signaleringsplan.

Waar zit de problematiek bijvoorbeeld op het gebied van gezonde voeding, meer bewegen, een goede dagstructuur, balans in activiteiten/ontspanning, en over werk, opleiding of school en het onderhouden van sociale contacten? Het is belangrijk te weten wat een behandelaar voor de persoon kan betekenen met therapie hierin, daarnaast wat de persoon eraan kan doen en steunfiguren kunnen doen.

Werk zoveel mogelijk met overzichten en schema’s dit is voor personen met PTSS vaak makkelijker en overzichtelijker, het geeft duidelijkheid en een persoon kan het nog eens nalezen hoe het ook al weer was. Hierdoor kan een persoon meer overzicht houden omdat het op papier staat. Blijf de persoon ook na het diagnose stellen zien als de persoon, niet als de persoon met een diagnose of signalen lijsten. De persoon veranderd zelf niet het is een diagnose voor hulp te krijgen. Leer de diagnose PTSS kennen en wat dit betekend voor de persoon.