Wat is het

Samenwerken zou kunnen helpen de problematiek aan te pakken, het beter te begrijpen en te leren van elkaar, het maken van een doel om een stap te kunnen zetten. Samenwerken kan zorgen dat problematiek minder word wanneer er de juiste hulp word geboden en er een klik is met de hulpverlener. Wanneer er van beide kanten begrip is en respect naar elkaar. Het contact moet goed zijn om open te kunnen en durven te zijn over de problematiek. Er mogen geen drempels of blokkades zijn in het contact.

Samenwerken komt door 2 personen, er moet een klik zijn met de hulpverlener om open en eerlijk te kunnen praten over de sitautie. En om te zoeken naar oplossingen en mogelijkheden die er zijn om de problematiek aan te pakken. Alleen met een klik kan een persoon goed geholpen worden. Een hulpverlener geeft vaak aan dat een persoon niet samenwerkt dat het hulp weigert.

Een persoon zet zit in voor de juiste hulp, de persoon vraagt om hulp, maar de hulpverlener wil iets anders. Het juiste beeld van hulpverlener word niet opgeschreven, als er iets is gebeurt word het stuk van de persoon hoe het reageert opgeschreven maar niet het stuk wat een hulpverlener zei of deed waardoor een persoon zo reageert.

Herkennen

Om te kunnen samenwerken zijn er verwachtingen van de persoon naar de hulpverlener, zoals wanneer dingen niet goed gaan dat het word uitgesproken en word gekeken naar andere mogelijkheden. Dat er verantwoordelijkheid word genomen voor de fouten die zijn gemaakt, vaak is het niet mogelijk rapportage te wijzigen en veelal kunnen deze alleen ingezien worden. Hierdoor is er geen eerlijk beeld van hulpverlener naar de persoon.

Hulpverleners vinden het samenwerken als het steeds ja hoort, wanneer een persoon nee zegt werkt het niet samen en weigert het alles. De persoon mag geen mening hebben en er kan niet bewogen worden voor een betere oplossing. Hierdoor moet een persoon te vaak ja zeggen wat schade kan geven aan de gezondheid. Zeker wanneer er geen volledig beeld is van de problematiek.

Wanneer een persoon te vaak te maken heeft gehad met wisselende hulpverleners, is het niet blij met een nieuwe, het is weer starten bij A het moet weer helemaal worden uitgelegd en er word niet naar gegaan. Een persoon blijft te lang in het onderzoek naar de problematiek hangen waardoor problematiek kan vergroten. En de persoon grotere problematiek heeft voor het gaat starten waardoor het veel langer in hulpverlening is.

Jij weigert alles. Ee hulpverlener kan vinden dat alle hulp die geboden word word geweigerd, het is de mening van een hulpverlener. Het is hoeveel er is aangeboden, hoe het is aangeboden en wat het effect zou kunnen zijn om een oordeel te hebben. De persoon gaat het gesprek aan over wat is aangeboden, het blijkt zeer minimaal te zijn, waardoor er zeer weinig is geweigerd. Het word uitvergroot door de hulpverlener.

Veel hulpverleners hebben vooroordelen over diagnose of problematiek. Zoals kan je niet over je trauma heen stappen. Een hulpverlener kan het normaal vinden om dit te zeggen, maar heeft gen idee wat dit doet met een persoon. Wat het effect is voor de dag en wat het los maakt bij de persoon. De hulpverlener heeft geen begrip voor trauma en het lijden onder het trauma.

Wanneer een hulpverlener aangeeft dat de persoon respectloos is, hier het gesprek niet over aangaat, blijft het tussen de hulpverlener en de persoon hangen en blijft het onderdeel uitmaken van het contact. het negatief uiten naar de persoon en het niet bespreken kan zorgen voor gedachten stromen en veel onzekerheid.

Wanneer er vaak negatieve uitingen zijn, kan het contact alleen maar slechter verlopen. Een hulpverlener kan niet zien dat het negatief is waardoor het regelmatig word geuit en het normaal word gevonden. Een persoon kan hierdoor minder samenwerken omdat het niet negatief bejegenend wilt worden. Wanneer dit word aangegeven en er niks meer gebeurt en word de weerstand groter.

Gevolgen

Door steeds te horen dat een persoon niet samenwerkt, komt er een breuk in het contact, het contact verloopt steeds slechter, het is niet goed wat de persoon doet. Wanneer een persoon vaak hoort dat het niet word begrepen is het de vraag of de kennis en kunde van de hulpverlener wel gepast is, veel zijn algemeen opgeleid en hebben niet de kennis over 1 diagnose.

Hulpverleners hebben vaak geen grenzen in de communicatie naar een persoon, ze vinden dat ze alles mogen zeggen, hoe dit ook overkomt voor de persoon.Hierdoor is er al vrij weinig samenwerking mogelijk en moet de persoon het accepteren en het contact goed houden , wat onmogelijk is. Veel van de problematiek in samenwerken ligt bij de hulpverlener die geen gehoor geeft, niet juist signaleert en rapporteert.

Wanneer doelen in het behandelplan staan, verwacht de persoon dat hieraan gewerkt word, zodat er stappen naar herstel mogelijk zijn. Wanneer doelen zo groot worden opgeschreven dat deze niet haalbaar zijn zijn het doelen waar niet aangewerkt word. De persoon schiet niks op met de gestelde doelen.

Wanneer een persoon weinig hulpvragen heeft of geen, weet een hulpverlener niet wat het moet doen, wanneer het word aangeven in een casus word het vaak niet begrepen, hierdoor moet een persoon altijd vragen stellen. Voor iemand die is verstoten en het al tijden alleen moet doen, is dit bijna niet mogelijk, de persoon stelt geen vragen omdat er nooit iemand is en de persoon het altijd zelfstandig moet oplossen.

Door te zeggen dat een persoon niet samenwerkt krijgt de persoon de schuld dat er geen hulp word opgestart, dat er geen stappen kunnen worden gemaakt. Er word niet gekeken naar wat er niet goed gaat bij de hulpverlener maar er gelijk een wijzende vinger naar de persoon. De persoon leert te weinig van een hulpverlener waardoor een persoon meer weerstand kan krijgen. De persoon ziet het nut er niet van in om gesprekken te voeren als het geen effect heeft op het herstel en een gesprek is voor het voeren van een gesprek.

Weerstand kan ontstaan wanneer een hulpverlener A is in het gezicht en B opschrijft. Wanneer een hulpverlener aardig is en begrip heeft in een gesprek maar negatief rapporteert. Er lijkt een beeld te zijn van een klik, wat er niet is. Het vertrouwen van de persoon in een hulpverlener kan hierdoor beschadigd raken.

Hulpverleners hebben vaak een groot ego. Hierdoor vinden ze zichzelf heel wat. Wanneer ze worden aangesproken op dingen die niet lopen, kunnen ze hier heel slecht tegen. De samenwerking zou moeten zijn dat alles bespreekbaar is, maar hierdoor kan er veel meer weerstand komen. De hulpverlener kan niet eerlijk kijken naar zichzelf en het aanpassen. De persoon krijgt de schuld als dingen niet lopen.

Het samenwerken is meer als alleen maar ja zeggen en het accepteren wat een hulpverlener wil. het kan een persoon meer laten twijfelen over dingen die moeten gebeuren, het kan een persoon minder zelfvertrouwen geven of een verdraaid zelfbeeld. De persoon komt steeds minder voor zichzelf op want het zegt steeds ja. Een persoon kan hierdoor steeds meer afhankelijk worden van de hulpverlener.

Een persoon kan meer weerstand krijgen over de samenwerking als het eenrichtingsverkeer is, de hulpverlener eist het zo en dit moet gebeuren. De weerstand van de persoon is terecht om de mening te uiten en aan te geven hoe de persoon wilt herstellen. De persoon word vaak gezien als minder waardoor een persoon zich minderwaardig kan gaan voelen. Of de persoon word niet begrepen of gehoord wat erg onzeker kan maken.

Meer weerstand kan komen doordat er diagnose zijn gesteld waar een persoon niet achter staat, een persoon vaak heeft uitgelegd en geen begrip voor heeft gehad en wat niet word aangepast. Er word gewerkt met onjuiste informatie waardoor een persoon niet de geschikte hulp krijgt.

In de hulpverlening word weinig gewerkt met therapie, veel behandelingen bestaan alleen uit medicatie. Hierdoor leert een persoon niet hoe het moet omgaan met signalen, het erkennen van signalen en een duidelijk beeld te krijgen. Een persoon dempt alleen de signalen maar is niet bezig het zelf beter onder de knie te krijgen.Een persoon kan hulp weigeren, maar er word vak niet vermeld wat een hulpverlener weigert, niet wilt oppakken, waar het niet goed gaat. hierdoor word het eigenlijk altijd op de persoon afgeschoven en pleiten ze zichzelf vrij. Ook het indienen van een klacht heeft vaak weinig zin omdat de hand boven de hulpverlener word gehouden. De persoon is heet zwarte schaap. Er is geen eerlijk beeld van 2 kanten van het verhaal en waar gezocht word naar de middenlijn.

Plan

Samenwerken is begrip van beide kanten naar elkaar, is luisteren naar elkaar en zoeken naar de bete oplossingen. Het is soms geven soms nemen. Het gesprek en uitingen zijn positief en iemand voelt zich op zijn/haar gemak. Het is niet eenrichtingsverkeer van steeds nemen of willen. Het is belangrijk om uw grenzen duidelijk aan te geven wat u wel goedkeurt en wat niet. Maak het bespreekbaar met de hulpverlener.

Met samenwerken en volledige inzet van beide kanten is het mogelijk te werken aan het herstel, hiervoor is het nodig alles bespreekbaar te maken en alles uit te spreken wat voorvalt, zodat er geen ruis op de lijn komt. Geef direct aan als dit wel gebeurt, vraag om verduidelijking. Samenwerken met een hulpverlener is het stellen van de juiste hulpvragen om zo een duidelijk beeld te krijgen van de problematiek. De vragen kunnen helpen hulp te veranderen of een ander beeld neer te zetten. Door het regelmatig evalueren van de vragen en doelen kunnen er steeds betere plannen worden gemaakt.

Is er een klik met uw hulpverlener dan heeft u het goed getroffen en bent u een van de gelukkige met een goed behandelaar. Wanneer het niet het geval is, is het belangrijk te kijken wat het met u doet, wat het veroorzaakt en wat het effect is. Zijn er meerdere negatief dan is het raadzaam een andere hulpverlener te gaan zoeken waar u een betere klik mee heeft.

Het is belangrijk om realistische doelen te hebben die geleden voor een week, daarna te evalueren en hier een nieuw doel op te maken. Hierdoor kunt u het doel steeds verbeteren en groter maken om echte stappen te zetten. Houd de doelen en het behalen hiervan bij in een positief dagboek. Doelen die haalbaar zijn motiveren en stimuleren door te gaan en het aan te pakken.

Vraag regelmatig een kopie van uw medisch dossier en maak de rapportage bespreekbaar, het juist rapporteren is erg belangrijk. Het uitspreken hoe het wel zit kan de hulpverlener inzicht geven in de situatie, deze kan het anders hebben opgevat dan u het heeft bedoeld, hierdoor word het contact meer eerlijk naar elkaar.

Leer de signalen kennen door het doen van een onderzoek naar uzelf en stel zelf vast waar u last van heeft. Houd een dagboek bij met overzichten en schema’s om een duidelijk beeld te krijgen van de problematiek. Werk met wind storm tornado en orkaan om gebruik te maken van verschillende fase zodat u weet wanneer welke hulp ingezet moet worden. Maak gebruik van vorige momenten om te leren omgaan met de gedachten en de signalen. Hoe beter u de signalen kent hoe meer gerichtere hulpvraag u kunt stellen.

Vraag zoveel mogelijk de dingen op papier, zoals een samenvatting van het gesprek, de belangrijkste punten zodat u het nog een keer kan nalezen om te kijken hoe het ook al weer zat. Het is belangrijk het op papier te hebben om het te kunnen gebruiken in een klacht. Het papier kan helpen als een ondersteuning wanneer u zich minder kunt concentreren en het geheugen minder opslaat zoals bij een vol hoofd.

Onthoud dat het samenwerken niet altijd aan u ligt ook al word dit wel zo gemeld. Het geeft een negatief gevoel en deze moet u proberen zoveel mogelijk te negeren, blijf bij uw eigen denkpatroon en wat u kan en lukt. Het is belangrijk op te staan voor uzelf en stappen te zetten om de samenwerking beter te maken. Het is de hulp die er voor u is, hier mag u vrij spreken ook al heeft een hulpverlener dit liever niet, hier mag u uw zelf zijn en uzelf uiten, het is aan de hulpverlener hoe deze hiermee omgaat. Kom voor uzelf op en geef het goede voorbeeld.

Wanneer er een goede samenwerking is kan er een goed plan worden gemaakt waardoor er stappen vooruit kunnen worden gezet. Er is een duidelijk beeld van de problematiek en het is duidelijk hoe deze aangepakt kan worden en wat de persoon kan helpen om weer te herstellen. Het is duidelijk wat de persoon moet doen en wat er word verwacht. Wat ongeveer het effect gaat zijn na het doorlopen van het traject.

Het samenwerken met een hulpverlener is vaak lastig. Hulpverleners kunnen een zorg hart hebben, maar vele hebben dit niet. Hulpverleners zeggen het beste met een persoon voor te hebben en de persoon te begrijpen en te weten wat ze ervaren, vaak klopt dit niet want als de hulpverlener de problematiek weet hoe het voelt heeft het zelf mentale problematiek. Een persoon word in de mentale gezondheidszorg vaak van het kastje naar de muur gestuurd waardoor er geen hulp komt, of te veel wissels waardoor een persoon blijft hangen in opstarten.

Samenwerken is zoveel mogelijk alles samen doen om samen stappen te zetten in de toekomst om het te verbeteren en nieuwe kansen te krijgen. De nieuwe kansen kunnen er alleen zijn wanneer er een klik is met een hulpverlener. De kansen blijven liggen als er negatieve uitingen zijn, hulp niet word opgestart of een persoon niet verder komt.In samenwerken is het geven en nemen, is het toegeven als dingen anders lopen, het behoord bij een normaal contact. Met hulpverleners is een normaal contact vaak niet mogelijk zoals u zou hebben met een vriend of een collega. De hulpverlener heeft een mening die belangrijker is, die alles zeggend is, waar de gehele behandeling van afhangt.